Wandelen met God

Bij Genesis 5:24

Ik schreef de vorige keer over Henoch, die eruit springt in een geslachtslijst van tien generaties. Alle andere mannen sterven. Henoch niet; die wordt opgenomen door God. ‘Logisch’, bromt mijn verstand. ‘Al die andere mannen zijn gewoon mensen. Henoch was een geval apart; hij wandelde met God. Het staat er nota bene twee keer!’ Zou het? Zou Henoch een bijzonder geval zijn? ‘Ja, het stáát er toch! En bovendien: je denkt toch niet dat God tijd heeft om maar met iederéén te wandelen! Velen zijn geroepen, slechts weinigen uitverkoren!’, moppert mijn verstand.

Ik zucht diep. Zo vastgeroest zitten ze dus, die oude beelden. God die persoonachtige vormen aanneemt. God die enkelen als de zijnen uitkiest en de rest van de mensheid aan zichzelf overlaat. Hardnekkig tot en met – bij mij, tenminste. Ik citeer de middeleeuwse mysticus Meester Eckhart nog maar eens: ‘God is overal en te allen tijde op gelijke wijze tegenwoordig.’ Zo. Dat veegt beide beelden in een keer van tafel. God is niet beperkt tot zo nu en dan; en ook niet tot wél hier en níet daar (of andersom). Áls we het zo ervaren, dan is dat ons gebrek, schrijf Eckhart er voor de zekerheid bij. Aan God ligt het niet. Hij geeft zichzelf voortdurend en overal op dezelfde manier. Dus is het ook niet zo dat God enkelen uitkiest als de zijnen en voor anderen onbereikbaar is.

Er zijn inderdaad verschillen in wat mensen ervaren van God. Van complete stilte op de lijn tot aan heftige mystieke ervaringen. Er zijn tot de verbeelding sprekende beschrijvingen van die ervaringen. De extase van Teresa van Ávila, om er maar eentje te noemen. Haar hart werd doorboord met een vurige pijl van liefde. Je zou kunnen denken: Teresa wandelde blijkbaar met God. Ze was uitverkoren tot vriendin van God.

Zo’n ervaring is een geschenk. Maar wel een geschenk waarmee je enigszins omzichtig moet omgaan. De grote mystici benadrukken keer op keer: je kunt zo’n ervaring maar beter meteen vergeten. Het gaat namelijk niet om die ene ervaring, maar om wat die bewerkstelligt in je leven. De naaste medewerker van Teresa, Johannes van het Kruis, schrijft ergens dat je zo’n ervaring, hoe groot of klein ook, moet ontdoen van zijn zintuiglijke schil. Hem helemaal moet afpellen, totdat alleen de geestelijke inhoud van de ervaring overblijft. Want om die inhoud is de ervaring je gegeven. En het gaat erom dat die inhoud doorwerkt in je dagelijks bestaan. Wie zich vastklampt aan en terugverlangt naar de ervaring zelf (en zich dus focust op de plaats waar, de persoon met wie, het gevoel waarmee je de ervaring beleefde), die staart zich blind op de buitenkant en de ervaring wordt niet vruchtbaar. Gemiste kans.

Hoe moet die ervaring dan vruchtbaar worden? Om kort te gaan: de ervaring kan je de ogen openen voor iets dat al zo was, maar wat je nu gaat zien: de goddelijke dimensie, de dimensie van Liefde, in ons bestaan. Het gaat er niet om of je God ervaart, maar of je de werkelijkheid, je dagelijks bestaan als goddelijk ervaart. Het gaat er niet om dat je mystieke ervaringen hebt, maar om het als mystiek ervaren van de werkelijkheid. Nogmaals: dat is niet iets dat een enkeling wordt gegeven. Deze mogelijkheid ligt voor iedereen open. Alleen moet je het wel leren, wíllen, de keuze maken, jezelf toestaan. Kijk naar Henoch. Ik denk dat hij net zo’n normaal mens was als de anderen in deze lijst. Ik denk alleen dat hij zijn leven, de werkelijkheid op een andere manier beleefde dan zijn voorvaders en nakomelingen. Hij ervoer zijn leven als een wandeling met God.

Hoe gaat dat, wandelen? Je gaat samen op weg, je loopt als het kan naast elkaar, maar soms moet je in ganzenpas. Je volgt de weg en bij een splitsing overleg je welke kant je opgaat. Je struint door een veld en spreekt af op welk punt in de verte je afloopt. Het is warm en je deelt je water. Soms is het stil, soms wijs je elkaar op iets dat je ziet, soms spreek je over iets dat zich aan je binnenkant afspeelt. Je past je aan aan elkaars tempo. Je bemoedigt elkaar als het zwaar wordt, steekt een hand uit als de ander ergens een grote stap overheen moet nemen. Je onderbreekt de wandeling om op een bankje te zitten en van het uitzicht te genieten. Je deelt de stilte, je deelt het ervaren van de omgeving, je deelt je leven. Je ontvangt de ander in jouw leven en de ander ontvangt jou in zijn leven. Je neemt deel aan elkaar. Zoiets is wandelen met God.

Terug naar de geslachtslijst. Sterven of opgenomen worden – er gebéúrt niet iets anders. Ook Henoch sterft gewoon, zoals die andere negen mannen in de geslachtslijst. Alleen erváárt Henoch het anders. Hij zou er, als hij teruggekomen was om ons erover te vertellen, andere woorden voor gebruikt hebben – voor zijn leven en voor zijn sterven. Eén en hetzelfde gebeuren, maar verschillende manieren om het te beleven, om het te verwoorden. Die weg ligt voor iedereen open.

Wil je meer blogberichten lezen? Ga naar Blog: Parelduiken in de bijbel