Schorriemorrie

Bij Lukas 2:1-20

In heel het Nieuwe Testament geen os of ezel te bekennen! Ja, er is soms sprake van een ezel als rijdier. Maar in het geboorteverhaal? Niks hoor. Toch staan ze in elke kerststal. Om, zoals wij graag willen geloven, met hun adem het kind in de kribbe wat warmte toe te blazen in die donkere en koude decembernacht. Right.

Ze komen er niet al te best vanaf, die twee. Ezels zijn – ook in de bijbelse tijden – de spreekwoordelijke domoren. En een os? Ach, een stier zonder zaakje kan niet veel voorstellen. En dan: in het Hebreeuws heten die twee sjor wachamor. Daar komt ons schorriemorrie vandaan. Nee, veel soeps is het niet, daar in die kerststal.

Toch kunnen ze niet gemist worden, daar onder de kerstboom. Probeer het maar eens, thuis. Haal de os en de ezel maar eens uit dat stalletje. Ziet er gek uit, hè! En dat is niet alleen omdat het tafereel vastgeroest zit in je hoofd en je een gat ziet als je die dieren weghaalt. Nee, dat heeft een theologische achtergrond, die je waarschijnlijk haarfijn aanvoelt.

De os is namelijk een rein dier. En de ezel onrein. En zo staan die twee symbool voor alle mensen: rein en onrein, jood en niet-jood, gelovigen en heidenen. Ín die os en die ezel is hier de hele wereld getuige van een wonderlijk gebeuren. God wordt mens en Hij openbaart in dit joodse jongetje het goede nieuws voor alle volkeren. Ook, of misschien wel juist, voor het schorriemorrie.

Wil je meer blogberichten lezen? Ga naar Blog: Parelduiken in de bijbel