Ruimte

Bij 2 Korintiërs 6:12

Met meditatie is iets vreemds aan de hand. Vaak hoor ik bepaalde stemmen in mezelf die me ervan proberen af te leiden. ‘Je bent alleen maar op jezelf gericht!’ ‘Benauwde navelstaarderij!’ ‘Zou je niet eens iets gaan doen voor je naaste?’ Het zijn hardnekkige stemmen, waarvan ik hoopte dat ik ze in de loop der jaren de mond kon snoeren. Maar nee. Dat is de bedoeling van meditatie trouwens ook niet. Deze stemmen mogen er gewoon zijn. Ik leer wel steeds beter om me af te stemmen op die ándere stem, die stille fluisterstem, die verscholen in mij woont, onder al die andere stemmen. Hoe dieper ik in mezelf afdaal, hoe beter ik die ene stem hoor. En in die stem ontmoet ik niet alleen mijzelf, ik ontmoet God. En niet alleen God, maar ook de hele wereld.

Het is een paradox van jewelste, maar het is mijn ervaring: hoe beter ik mijzelf leer kennen, hoe meer ik onder ogen zie wat er in mij leeft en hoe meer ik mijzelf aanvaard – hoe meer ruimte er is voor de ander. Jarenlang onderdrukte ik wat in mij leeft. Ik wilde het niet onder ogen zien en keek de andere kant op. Ik leefde naar buiten gericht. Ik zocht bevestiging bij anderen: in hoge cijfers, in goede prestaties, in vooruitgang en groei, in dankbaarheid voor wat ik gegeven had. Die zoektocht putte me uit. Niets bevestigde mij ten diepste. Ik moest telkens wéér mijn best doen om dat te krijgen wat ik zocht. En onder alles bleef de angst in mij wonen. Een innerlijke benauwdheid. Altijd weer het onveilige gevoel ‘Stel je voor dat …’

‘In uw binnenste is het te eng’, schrijft Paulus aan de gemeente in Korinte. Het zijn woorden die aan mij gericht zijn. Mijn binnenste was eng: een en al benauwdheid, een plek van krampachtig onderdrukken. Om mijn minder mooie kanten niet onder ogen te hoeven zien, ging ik angstvallig buiten op zoek naar wat alleen binnen te vinden is. Nu ik op mijn meditatiebankje leer om stap voor stap eerlijk en open te aanvaarden wat er in mij leeft, leuke en minder leuke dingen, wandelt de ontspanning mijn leven binnen. Er ontstaat een zachte ruimte in mij, waar plaats is voor mijzelf, voor God en de ander.

Juist het onderdrukken van dat wat in je leeft zorgt ervoor dat je op jezelf gericht bent. Want ‘buiten’ zoek je bevestiging en vervulling van wat jij wenst. Wie daarentegen zijn binnenkant kent, aanvaardt wat daar speelt en van daaruit leeft, staat open voor wie op zijn pad komt en heeft iets te bieden: innerlijke ruimte. En één woord dat klinkt vanuit die innerlijke ruimte geneest meer dan duizend woorden gesproken vanuit de benauwdheid.

Wil je meer blogberichten lezen? Ga naar Blog: Parelduiken in de bijbel