Bij Galaten 2:20
Wie verlangt naar geestelijke groei heeft niet veel nodig – in ieder geval geen grote hoeveelheden tijd of geld. Het is niet nodig dat je elke dag uren besteedt aan meditatie en gebed. Of dat je dure cursussen doet bij gerenommeerde leraren. In elk leven, hoe druk het ook is, is gelegenheid genoeg te vinden om innerlijk te groeien. Want het gaat er niet om dat je veel meer ruimte in de tíjd maakt voor God, maar in je hart. Het gaat erom dat je zelf verdwijnt uit het centrum van je bestaan en daar ruimte maakt voor God. En dat kan elk moment van de dag, wat je ook aan het doen bent.
Natuurlijk is het wel handig als je elke dag bewust tijd kunt geven aan je innerlijk leven. Maar op zich is vijf minuten voldoende. Aannemende dat je de wil hebt om gedurende de dag, tijdens je drukke werkzaamheden, innerlijk terug te keren naar die vijf minuten en de dingen die je doet, te doen van dááruit. Zo spreiden die vijf minuten zich bij wijze van spreken over de hele dag uit.
Meditatie, de stilte zoeken, is een zeer geschikt middel om je hierbij te helpen. Gewoon gaan zitten, ogen dicht en je concentreren op je ademhaling. Alleen maar volgen, niets willen doen. Afgeleid? Jezelf met zachte hand terugbrengen naar je ademhaling. Wie dat geregeld en met aandacht doet, zal vroeg of laat een als je het zo opschrijft vreemde ervaring opdoen. Deze: niet ík adem, maar het ademt in mij. Alsof niet jíj je longen ruimer maakt om lucht naar binnen te halen, maar alsof een blaasbalg lucht in jou blaast, jou je adem geeft. Nogmaals: zo zwart op wit is het wat vervreemdend, maar in werkelijkheid is het bevrijdend. Niet ik adem, maar het ademt in mij! Ik verdwijn uit het centrum van mijn bestaan en maak ruimte voor God.
Paulus schreef het al. ‘Niet ik leef, maar Christus leeft in mij.’ Dat is het doel van het geestelijk leven. Nee, ‘doel’ is het verkeerde woord. Alsof het iets is, waar wij naartoe zouden kunnen werken. Het is eerder zo dat we ontdekken wat al lang zo is, maar wat we uit alle macht tot nu toe hebben ontkend. De diepste werkelijkheid van ons bestaan ís dat Christus, dat God leeft in ons. Maar wij zitten zo graag zelf aan het stuurwiel en leiden zo graag ons eigen leven, dat we God naar de rand van ons bestaan hebben geduwd. Vooruit, op zondagochtend krijgt hij een uurtje. Maar met ons dagelijks leven heeft hij weinig te maken. Toch weten we diep van binnen dat het precies andersom is. En als je bij die ervaring komt – niet ik leef, maar Christus leeft in mij – wéét je dat dat je niet knecht, maar juist bevrijdt.