Naar vermogen

Bij Matteüs 20:1-16

Een gelijkenis van het Rijk van God. De druiven moeten geoogst worden. De eigenaar van de wijngaard gaat er in alle vroegte op uit om op de markt dagloners in te huren. Hij spreekt een bedrag af en stuurt de mannen zijn wijngaard in. Drie uur later gaat hij weer, drie uur later nog een keer en nog eens drie uur later weer. En uiteindelijk gaat hij op het elfde uur nog eens terug naar de markt en treft daar nog werkloze lieden aan. Ook hen stuurt hij de wijngaard in om het laatste uur van deze werkdag mee te helpen. Bij de uitbetaling komt het: iedereen krijgt evenveel. Huh!? De laatsten hebben een uurtje gewerkt en de eersten de hele dag onder de brandende zon! Geen wonder dat ze protesteren. Een bizarre manier van doen.

Onbegrijpelijk, ja. Pas als ik tijd neem om het verhaal eens door de ogen van de eigenaar te bezien, begint er bij mij een lichtje te branden. Kijk, die eigenaar gaat ’s ochtends vroeg naar de markt waar mensen zichzelf als dagloner aanbieden. Daar staan ze: laten we zeggen vijftig mannen op een rij, die in te huren zijn voor wat voor klus dan ook. De eigenaar loopt langs de rij. Wie kiest hij uit om voor hem te werken? Even sta ik door mijn eigen vraag met mijn mond vol tanden, maar dan besef ik dat de keus gemakkelijk is. De eigenaar zal de sterkste en gezondste kerels kiezen. Die leveren het meeste werk voor zijn geld. Dus hup, prijs afspreken en ze aan het werk zetten. Maar na een paar uur komt hij erachter dat er meer werk is dan deze sterke kerels kunnen verzetten. Dan gaat hij weer naar de markt. Daar staan nog laten we zeggen dertig mannen. En ook nu is de keus eenvoudig: degenen die er het sterkst uitzien, neemt de eigenaar mee.

En zo gaat het door. De laatste keer dat hij naar de markt gaat om mensen voor hem aan het werk te zetten, staan daar nog laten we zeggen vijf mannen. Het overschot nadat de eigenaar en diverse andere werkgevers eerst de sterkste en gezondste kerels eruit gevist hebben. Scharminkelig, oud, zwak. Geen wonder dat niemand ze wil inhuren. Maar ook zij worden aan het werk gezet en werken een uur in de wijngaard.

Wat ik ineens zie, daar op de markt, de laatste keer dat de eigenaar gaat kijken of er mensen zijn die bereid zijn te werken in zijn wijngaard, is dat iedereen die op de markt staat, ingehuurd wordt. Anders gezegd: iedereen die bereid is, kan een bijdrage leveren. En ieder die in deze wijngaard werkt, werkt naar vermogen. Ben je sterk en krachtig? Mooi, ik heb mensen nodig die de hele dag onder de brandende zon kunnen plukken. Heb je maar weinig energie? Prachtig, ik heb mensen nodig die een uurtje kunnen bijdraaien om het werk te volbrengen. En alles wordt gelijkelijk gewaardeerd.

In het koninkrijk gaat het er niet om hoe indrukwekkend jouw bijdrage is. Hoe groot of duur of bijzonder. De een maakt een megabedrag over aan een goed doel, waardoor er een hele school gebouwd kan worden; de ander schenkt op straat een glimlach aan een onbekende, waardoor de grauwsluier over de dag voor diegene even wordt opgelicht. De eigenaar ziet het allebei als werk in diens wijngaard.

Wil je meer blogberichten lezen? Ga naar Blog: Parelduiken in de bijbel