Bij Matteüs 6:34
‘Maak je geen zorgen over de dag van morgen, want ‘morgen’ zal zich zorgen maken over zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.’ Woorden van Jezus, die hij over twintig eeuwen heen tegen ons zegt.
De kans is groot dat we alleen het eerste deel verstaan en zijn woorden dus inkleuren als: ‘Ga zorgeloos het leven door. Leef licht en vrolijk.’ Maar dat is niet wat hij zegt. Jezus ontkent de zwaarte van het bestaan, het lijden niet. Hij wijst er zelfs naar. ‘Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.’ Het ís er: het kwaad, de pijn, het lijden. Maar, zegt Jezus, houd je aandacht bij het lijden van vandaag. Wees aanwezig bij het lijden dat vandaag op je pad komt. Zie het aan, zie het onder ogen. Houd het ermee uit. Worstel ermee, vecht ermee, aanvaard het. Maar laat je aandacht gericht zijn op wat zich vandaag aan jou voordoet en draag dat.
Het Griekse werkwoord ‘je zorgen maken’ heeft te maken met verdeeld zijn, gespleten raken. En dat is precies wat er gebeurt als je je zorgen maakt. Als ik me zorgen maak, bevind ik me lichamelijk misschien in het hier en nu, maar mijn aandacht is elders. Mijn aandacht is ergens in de toekomst. Bij morgen, bij overmorgen, bij nog veel later. Terwijl mijn lichaam hier is, ben ik met mijn ziel elders. Ergens in een toekomst, meestal vol angstige dingen. Mijn ziel slaat op hol. Maar als mijn lichaam hier is en mijn ziel daar, waar ben ik dan?
Wees niet met je aandacht bij morgen, bij wat er morgen eventueel zal gebeuren. Wie aan morgen denkt, splijt zichzelf in tweeën. Je lichaam leeft vandaag, maar je ziel is bij morgen. Doe dat niet, zegt Jezus. Kom terug uit morgen, en verzamel jezelf weer. Blijf een geheel, een eenheid. Blijf bij de dag van vandaag. Zodat je al je krachten in het hier en nu kunt inzetten om te dragen wat vandaag op je pad komt.