Heilige grond

Bij Exodus 3:1-5

Ik geef een lezing en halverwege de avond onderbreekt iemand me voor een vraag. Nou ja, een vráág … Meneer wil graag laten weten dat ik maar de halve waarheid vertel en dat ik voor het gemak over het hoofd zie dat het er in het leven niet alleen om gaat dat je ruimte maakt voor God, maar ook dat onze maatschappij gefundeerd moet worden op een goede economie. Het duizelt me even, zo snel zoomt hij uit. Ik kan er niet echt goed op reageren, want mijn verhaal heeft zó’n andere insteek.

Als ik er een dag later over nadenk, zie ik het ineens. Wat met die man gebeurde, gebeurt mij ook vaak. Dan lees ik iets en dan raak ik afgeleid en blijk ik een halve pagina verder te zijn voordat ik dat doorheb. En dan heb ik een heleboel gemist! Het is een heel natuurlijke afweerreactie. Afleiden. Blijkbaar stond er iets in dat boek dat mij diep van binnen raakte. Blijkbaar zei ik iets, die avond, dat die meneer diep van binnen raakte. Maar soms is datgene dat geraakt wordt, zo groot, dat je er al voor teruggeschrokken bent voordat je het in de gaten hebt. Soms is datgene dat geraakt wordt zo groot, dat de gevolgen bijna ondraaglijk zijn. En dan werpt het ego (je ‘kleine ikje’, alles waarmee jij je identificeert, maar wat je niet ten diepste bent) allerlei bezwaren op. Of het leidt je af en laat je afdwalen van de inhoud van wat je leest.

Het is alsof je heilige grond nadert. Daar staat een braambos te branden en je weet diep van binnen dat als je dat nadert – dan gaat het schroeien. Branden. Pijn doen. Je krijgt dingen te zien, die moeilijk voor je zijn om onder ogen te zien. Je ego krijgt dingen te zien, die het niet onder ogen wil zien, want het betekent einde ego. Je nadert het brandende braambos, maar het wordt het ego al snel te heet onder de voeten en het zorgt er met man en macht voor dat jij niet die kant opgaat, niet die kant opkijkt. Het leidt je af met een vraag naar de economische structuur van onze maatschappij of het doet je afdwalen van wat je las. Gewoon weerstand. Je nadert de waarheid en je ego deinst ervoor terug.

De volgende keer dat iemand mij zo’n vraag stelt op een avond, heb ik mijn wedervraag paraat. ‘Wanneer precies kwam deze gedachte bij u op? Wat was ik aan het vertellen? Dan ligt dáár uw huiswerk.’ En zo kan ik mezelf ook toespreken. ‘Hé, ik heb een halve bladzijde gelezen zonder dat het tot me doordringt. Waar raakte ik afgeleid? Daar staat iets wat mijn ego niet onder ogen wil zien. Huiswerk, dus!’

Wil je meer blogberichten lezen? Ga naar Blog: Parelduiken in de bijbel