Bij Psalm 90:12
Begin van het nieuwe schooljaar; tijd voor een lesje Latijn. Niet meteen afhaken! Je hoeft namelijk geen groot taalkundige te zijn om te zien of te horen dat het werkwoord sapere verband houdt met het zelfstandig naamwoord sapientia. Sapientia betekent wijsheid, inzicht. En sapere wijs zijn of verstand hebben, maar de oorspronkelijke betekenis, en daar gaat het me om, is smaken of proeven. En wat voor verband is er dan tussen die twee? Iets in mij zegt: goed proeven leidt tot wijsheid. Daar moet ik even op kauwen.
Ik kwam het woordpaar tegen in een boek over lectio divina. (Vergeef me dat ik je om de oren sla met al die vreemde termen, maar dit was de laatste.) In het najaar geef ik een paar bezinningsavonden bij een gemeente in de buurt en ze willen graag dat ik lectio divina geef; vandaar dat ik het boek ter hand heb genomen. Lectio divina is een oude methode van bijbel lezen, ontwikkeld in de kloostertraditie. Een meditatieve methode, die er niet zozeer toe leidt dat je de bijbelverhalen gaat begrijpen door ze te bestuderen (hoewel dat als eerste stap vaak wel nodig is), maar dat ze voor je gaan leven. Dat de verhalen zich openen en hun betekenis voor jouw leven op dat moment prijsgeven. Dat de verhalen jou licht geven op de weg die God met jou gaat. Dat ze transparant worden tot op het goddelijke. Dat ze de gemeenschap van jou met God versterken. Kortom: dat het Woord Gods levend brood voor jou wordt.
Dat gebeurt niet één, twee, drie. Vaak, tenminste dat is mijn eigen ervaring, komen de verhalen nogal hoekig over. Het zijn geen hapklare brokken; ik moet echt mijn best doen om een ingang te krijgen en te gaan zien wat zo’n verhaal mij op dit moment in mijn leven zou kunnen zeggen. Of denk aan de vele lastige uitspraken van Jezus. Die liggen ook in eerste instantie meestal nogal zwaar op de maag. Wat doe ik er dan mee, als ik er bijvoorbeeld over moet preken? Ik bewerk ze alsof ik ze werkelijk moet eten en verteren. Alsof het taai brood is, dat zich moeizaam laat snijden. Allereerst maak ik het kleiner. Ik breek het, scheur het of ik zet mijn tanden erin en trek er een stuk af. Als het formaat het toelaat, ga ik erop kauwen. Malen, malen, malen, zodat het steeds behapbaarder wordt en steeds meer zijn smaak afgeeft. Ik kauw en herkauw. Ik ga steeds beter proeven welke smaken er allemaal in dat brood zitten. Heel duidelijke, die zich makkelijk laten proeven, maar ook heel subtiele, die pas later loskomen of waarvan je je pas later bewust wordt. Pas als er echt geen nieuwe smaken meer te ontdekken zijn, slik ik het brood door. Mijn lichaam gaat ermee aan de gang en neemt op wat het aan voedingsstoffen vindt en nodig heeft. Ik verteer het helemaal. Voor dit proces is tijd nodig. Ik doe het, terwijl ik andere dingen doe. Of liever: het voltrekt zich, terwijl ik andere dingen doe.
Als ik het zo beschrijf, valt me op hoeveel werk het eigenlijk is om tot proeven te komen. Het vraagt moeite en inspanning. Training. Het voordeel is dat als je spieren geoefend zijn, het wel makkelijker gaat. Of misschien gaat het niet makkelijker, maar heb ik inmiddels geleerd om meer op het proces te vertrouwen in plaats van dat ik het allemaal zelf denk te moeten doen.
Terug naar het lesje Latijn: proeven leidt tot wijsheid. Als ik zo de woorden uit de bijbel tot me laat doordringen, tot me laat spreken, ze echt he-le-maal proef, alle smaken die erin zitten en alle voedingsstoffen die ze me bieden, dan is mijn herhaalde ervaring dat ze me diep in mijn wezen raken. Ze spreken tot mijn hart, ze voeden mijn ziel. Ze brengen me wijsheid, ja. Levenswijsheid. Doordat ik deze weg met de woorden ga, kan ik beter zien wat zich in mij afspeelt en wat zich afspeelt in de mensen naar wie ik luister. Vraag me niet dat uit te leggen. Ik hoop dat je het aanvoelt of herkent.
Nu is de bijbel niet het enige Woord van God dat erom vraagt helemaal geproefd te worden zodat je er wijzer van wordt. Het Woord van God dat bij goed proeven zicht geeft op jezelf en op God is niet opgesloten in dat boek. Er zijn meer ‘woorden van God’ die transparant kunnen worden tot op het goddelijke. En die woorden komen in de vorm van jouw dagelijkse leven. Jouw eigen leven, hoe eenvoudig of hoe complex ook – als je het helemaal doorleeft, geeft het zijn smaken af en leert het je over jezelf en over God, leert het je wijsheid. Je eigen kleine of grote dagelijkse bestaan, de fijne ervaringen en de moeilijke en pijnlijke – breek ze in stukken, kauw en herkauw, proef alle smaken die erin zitten, de makkelijk herkenbare en de heel subtiele, en proef ze goed. Slik alles door als de tijd daar is, laat je lichaam je levenservaringen verteren, de voedingsstoffen eruit opnemen. Laat die je hart voeden, je ziel. Vlucht niet voor wat zich in je leven aandient, maar wees bereid te blijven waar je bent en de situatie geheel te doorleven. Dan zal zich aan je laten zien wat zich daarin nu nog verborgen houdt.
‘Leer ons zo onze dagen te tellen, dat wij een wijs hart bekomen’, schrijft de psalmist. Onze dagen tellen! Dat betekent niet zozeer dat we ons bewust zijn van de hoeveelheid tijd die we hier op aarde doorbrengen, maar wel dat we bewust leven. Het hele leven aannemen. Alles wat op je pad komt helemaal doorleven en alles ervan leren wat ervan te leren valt. Wie deze weg gaat van breken, scheuren, kauwen en herkauwen, die leert om zijn levenservaringen te peilen tot op God en groeit in wijsheid.