Bij Johannes 4:14
Jezus zou het beroerd doen in de wereld van de handel. Wil je succes hebben, dan moet je een andere instelling hebben. Groei, groter worden, rijker worden – je bereikt het door de klant te verleiden, hem te laten proeven en de dingen zó lekker te laten zijn dat hij terugkomt. Mét zijn vrienden. Hoe meer verlangen je kunt creëren, hoe beter voor jou. Het walhalla in deze wereld, want het betekent dat jij er beter van wordt.
Maar Jezus doet iets heel anders. Hij maakt ons niet afhankelijk van wat hij te geven heeft. Hij maakt ons niet afhankelijk van hem om te krijgen wat we nodig hebben. Aan een bron heeft hij een gesprek met een vrouw die daar water komt putten. Ergens in dat gesprek zegt hij: ‘Wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’
Water dat in jou een bron wordt. Een ontroerend beeld. Het water dat jij nodig hebt, ontvang je – en niet alleen dat, maar nog veel meer: je krijgt de bron erbij! In plaats van een waterbehoeftig mens word je een brón!
Dit water lest niet alleen alle verlangen. Nee, je verlangen wordt compleet omgekeerd in het tegenovergestelde, in zijn negatief. Of liever: in zijn positief. In plaats van een tekort heb je nu – nee, overvloed is niet het juiste woord. Dat is te statisch en ook overvloed heeft een begin en een eind. Je hebt, je bent een brón! Je bent opgenomen in de eeuwige stroom van geven en ontvangen. In de stroom waar geven jou niet minder maakt en ontvangen jou niet meer maakt. Je geven is je ontvangen en je ontvangen je geven.
Jezus zou een slechte handelaar zijn. Hij maakt ons niet afhankelijk van hem, maar zet ons juist op eigen benen. Maar het gaat hem dan ook niet om hemzelf. Nee, hij is slechts een instrument. Een instrument, waardoorheen God ons ons leven geeft.