Binnenkamer

Bij Matteüs 6:6

‘Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene.’ Jezelf afsluiten voor de buitenwereld. Er zijn stemmen in mij die dat asociaal noemen. Die me oproepen iets te gaan dóen, iets te betékenen voor de wereld. Maar ik kies ervoor om daar niet naar te luisteren. Ik luister naar de stem die zegt: ‘Ga naar je binnenkamer en sluit de deur achter je.’

Diep van binnen weet ik hoe groot het belang is van je terugtrekken. Niet dat ik leef als een kluizenaar in de woestijn – verre van dat. Maar de liefst dagelijkse gang naar binnen, de eenzaamheid in, helpt me. Ik oefen mezelf daar in de liefde. Ik ervaar in de afgeslotenheid de tegenwoordigheid van God. Ik ontdek dat zijn liefde in mij stroomt en door mij heen wil stromen.

Dat kan ik nooit zo helder ervaren als ik onder de mensen ben, als ik de krant lees of als ik mijn e-mails check. Thomas Merton schrijft ergens: ‘Je moet je ontdoen van alle dunne draden en gespannen koorden waarmee je vastzit aan de aanwezigheid van anderen.’ Dus ook de slimme foon met zijn piepjes en bliepjes, die jou uit jezelf haalt naar buiten toe: uit! Ik zonder me af.

Aso? Integendeel. In deze eenzaamheid oefen ik me in echte aanwezigheid. Deze eenzaamheid leert mij om me echt te verbinden met anderen. Om de ruis op de lijn, veroorzaakt door die vele stemmen in mijn hoofd en van buiten, zoveel mogelijk uit te sluiten. Om zo helder mogelijk te zien met wie in die ander van doen heb. Om zo zuiver mogelijk die ander waar te nemen, zonder dat ik daarbij in de weg zit.

Leer eenzaam te zijn en vanuit die eenzaamheid anderen lief te hebben.

Wil je meer blogberichten lezen? Ga naar Blog: Parelduiken in de bijbel