Bij Matteüs 7:7
‘Bid en u zal gegeven worden.’ Een uitspraak van Jezus, waarop ik mijn tanden stukbijt. Met bidden heb ik moeite. Voortdurend roept het het beeld op van een almachtige God, die hemel en aarde bestuurt en voor wiens aangezicht je een pleidooi houdt. Een pleidooi dat God moet vermurwen om iets te veranderen aan de omstandigheden waarin je verkeert. Of iemand anders – maar laten we het voor de helderheid maar even alleen over onszelf hebben. Bidden wordt dan, heel kort door de bocht: ‘God, ik heb last van dit of dat. Doe er iets aan.’
Ik hoef je niet te vertellen dat dat geen bidden is. Dat weet je zelf ook wel. Ik weet het ook, maar tóch zit dat beeld me dwars. Ik vind het moeilijk om het anders zien. En Jezus’ uitspraak maakt het er niet beter op.
Christopher Jamison helpt me om er anders tegenaan te kijken. Hij schrijft in zijn boek ‘Gelukslessen van een abt’ onder andere over ijdelheid. Over de mens die graag denkt: ‘Ik kan het zelf wel.’ Maar met die gedachte graven wij onszelf een enorme valkuil. ‘Wat wij moeilijk kunnen aanvaarden van het menselijk bestaan’, schrijft hij, ‘is dat wij kwetsbaar zijn.’ Bidden helpt je om onder ogen te zien dat jij je leven niet zelf maakt, maar dat je hier en daar hulp nodig hebt om het aan te kunnen. Bidden helpt je om je af te vragen en duidelijk te krijgen wat je nodig hebt in jouw concrete situatie. Liefde, kracht, moed … En mét dat je daarom vraagt, erken je je eigen zwakheid, je kwetsbaarheid. Niet jíj maakt je leven; je hebt hulp nodig. Het simpele feit dat je om hulp vráágt, maakt je ontvankelijk. Pas nu je open staat voor het ontvangen van hulp kan God – in welke vorm dan ook en door wie dan ook heen – jouw leven binnenkomen om je de ogen te openen voor de hulp die beschikbaar is. Je staat nu volop ín de ‘natuurlijke liefdesstroom tussen mensen’, zoals Jamison het noemt.
Als wij denken dat we het leven zelf aankunnen – of vinden dat we dat zouden moeten kunnen – vormen wij zelf het obstakel dat deze liefdesstroom blokkeert. Bidden helpt je om die overtuiging los te laten en zo de weg vrij te maken voor God om via een medemens jou te geven wat je nodig hebt. ‘Bid en u zal gegeven worden.’ Het klinkt ineens heel anders.