Bij Marcus 1:1
‘Klaar voor de start? Af!’ Marcus begint zijn evangelie door een ultrakort startschot te lossen. Of om nog even in de sfeer van de jaarwisseling te blijven: door een enkele vuurpijl af te schieten. Waar de andere drie evangelisten op diverse manieren uitweiden over de oorsprong van Jezus, houdt Marcus het kort maar krachtig: ‘Begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God.’
Het roept direct een vraag op. Als Marcus het begin zo duidelijk markeert, markeert hij dan ook het einde? Schrijft hij ergens: ‘Einde van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God’ of woorden van gelijke strekking? Ik blader meteen door naar hoofdstuk 16, maar nee. Over het precieze einde van Marcus wordt gesteggeld; is dat nou bij vers 8 of vers 20? Die discussie laat ik graag aan anderen over. Míjn vraag wordt beantwoord. Marcus begint zijn evangelie wél, maar beëindigt het niet.
Dat geeft te denken. Zijn verhaal over Jezus heeft blijkbaar geen einde. Kan niet afgerond worden. Het levensverhaal van Jezus is niet op enig moment ‘klaar’ of ‘af’. Het evangelie, de goede boodschap, is nooit compleet verteld. Marcus is nog niet uitgesproken. Of misschien: God, die door Marcus heen spreekt, is nooit uitgesproken. Zijn Woord wordt nog steeds vlees, hier en nu.
Het woord ‘begin’ doet bij mij een belletje rinkelen. Ik blader terug naar de allereerste bladzijde van de bijbel. ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde.’ Zo begint de schrijver van Genesis zijn verhaal over de schepping. Ook dat verhaal heeft wel een begin, maar geen einde. Sterker: het is de bedoeling dat je het keer op keer opnieuw leest en er telkens weer doorheen gaat. In de synagoge klinken de boeken van Mozes, de eerste vijf bijbelboeken, in een doorgaande lezing. Iedere sabbat een gedeelte. Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium. Als de laatste woorden van Deuteronomium geklonken hebben, gaat de lezing niet verder met Jozua, over het betreden van het beloofde land, nee, ze beginnen weer van voor af aan. Genesis 1:1: ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde.’
Zou het evangelie van Marcus ook zo bedoeld zijn? Dat als je denkt: we zijn er, ik ben klaar met lezen, dat je dan uitgenodigd wordt om opnieuw te beginnen en het hele verhaal nóg eens te lezen en nóg eens en nóg eens en het allemaal opnieuw tot je te laten doordringen en je te laten vormen en kneden? In een voortdurende lezing, met zeker een begin, maar zonder einde? Die gedachte is zo gek nog niet. Als je Jezus’ levensverhaal ziet als het levensverhaal van ieder mens, de weg die ieder mens genodigd wordt te gaan, de weg die laat zien waartoe wij geroepen zijn, de weg die ons leidt naar een volledig, ten diepste geleefd leven, dan klopt het ook. Ik kan als ik achterom kijk zeker zien dat ik bepaalde stappen heb afgelegd op mijn levensweg, in mijn geestelijke ontwikkeling. Maar ik ben er nooit. Ik kan altijd verder groeien. Er is niet een moment aan te wijzen dat ik het beloofde land betreed en daar kan blijven. De geestelijke weg is er een van beginnen en altijd weer opnieuw beginnen.
Het levensverhaal van Jezus is niet op enig moment ‘klaar’ of ‘af’, want het gaat tot op de dag van vandaag door. Zo is ook mijn levensverhaal nog niet ‘af’. Er is altijd weer ruimte voor groei, voor intensivering, voor vernieuwing. Er is altijd weer die oproep te horen voor ‘de volgende ronde’. Inderdaad! De volgende ronde! Mijn levensweg is geen cirkel, maar een spiraal. Een weg die zich eindeloos kan verlengen, verbreden, verdiepen.
Er nogmaals: het levensverhaal van Jezus is niet op enig moment ‘klaar’ of ‘af’, want het gaat tot op de dag van vandaag door. Jij en ik zijn deel van zijn lichaam. Wij, alle mensen samen, vormen zijn lichaam. Zolang er mensen zijn op aarde verandert en groeit dat lichaam, ademt het, heeft het vorm. Zoals een mensenlichaam voortdurend verandert en groeit doordat cellen afsterven en er nieuwe ontstaan, zo ook is het lichaam van Christus een voortdurend komen en gaan van delen, die samen dat ene geheel vormen. Alle mensen vóór ons, wij en alle mensen na ons hebben gevormd, vormen en zullen vormen dat ene lichaam, dat Christus is. Zijn levensverhaal, het verhaal van Christus, kent inderdaad geen einde.