Bij Matteüs 6:34
Heerlijk, straks weer een paar weken fietsen. ’s Ochtends een camping verlaten, de benen sterk, het lichaam fris, de koelte van de ochtend, de hele dag voor me en geen idee wat de dag zal brengen, laat staan waar ik die nacht zal slapen. En alles bij me wat ik nodig heb. Compleet vrij voel ik me dan.
Ik zwijmelde over dat gevoel tegenover een vriendin en zij vroeg heel wijs: ‘Dat gevoel, dat je alles hebt wat je nodig hebt – zou je dat ook in je dagelijks leven kunnen ervaren?’ Haar vraag sloeg in als een bom. Ja! Waarom eigenlijk niet?
Het duurde even, maar ik begon te zien hoe ik de andere negenenveertig weken van het jaar dat gevoel zelf in de weg zit. Ik plaag mezelf met zorgelijke gedachten. Zal ik wel voldoende tijd hebben om dit of dat voor te bereiden? Zal ik wel voldoende inspiratie ontvangen? Zal ik wel voldoende vernieuwende inzichten krijgen en originele ideeën? Zal ik de juiste woorden vinden om dat allemaal weer door te geven?
Ik leef in vrees voor tekort, tekort aan alles: tijd, gelegenheid, inspiratie, ideeën, kennis, inzicht. Het gekke is dat ik dat alles in me draag en het dus voortdurend voorhanden is. Maar doordat ik me zorgelijk naar een toekomst begeef en ik dus niet hier en nu ben, kan ik er niet bij en kan ik dat alles niet gebruiken. Het gereedschap waarmee ik werk staat mij voortdurend ter beschikking, maar ik kan er alleen bij als ik helemaal in het hier en nu ben.
Je zorgen maken versnippert en verdeelt je. Je lichaam is hier, maar je aandacht is bij een mogelijke toekomst. Als mijn lichaam hier is en mijn aandacht dáár, waar ben ík dan? Ik raak versnipperd, verstrooid, verdeeld in ruimte en tijd. Als ik me zorgen maak is een stukje van mij hier, namelijk mijn lichaam, en een stukje van mij in ‘straks’, namelijk mijn geest. Ik ben geen geheel en daarmee glipt mijn innerlijke heelheid en daarmee mijn innerlijke kracht als zand door mijn vingers. Terwijl als ik helemaal in het hier en nu ben – mijn lichaam, mijn geest, mijn ziel; alles wat ik ben, hoe je dat ook maar noemen wil – als ik helemaal in het hier en nu ben, staat mij alles wat ik ben ter beschikking om het heden te kunnen dragen en hier en nu te kunnen handelen. Dan heb ik alles wat ik nodig heb.
Maak je geen zorgen voor de dag van morgen, want dan verlies je je heelheid. Maak je geen zorgen voor de dag van morgen, want dan kun je niet over al je gereedschap beschikken. Maak je geen zorgen voor de dag van morgen, want dan verlies je je kracht voor vandaag.