Alles nieuw

Bij Openbaring 21:5

Ik maak kennis met een nieuwe bewoonster in het hospice waar ik werk. Ze is sinds anderhalf jaar ziek en heeft dus tijd gekregen om te wennen aan het idee dat ze binnenkort zal sterven – voor zover je daar ooit aan went. In haar geval betekent het dat ze er een bepaalde mate van vrede mee kan hebben, zo blijkt al snel. ‘Sterker nog’, vertelt ze, ‘een beetje gek om te zeggen, misschien, maar ik ben er soms zelfs dankbaar voor, voor mijn ziekte. Als ik plotsklaps gestorven was, had ik niet meegemaakt wat ik de afgelopen maanden heb meegemaakt.’ Ik vraag wat het bewustzijn van haar naderende dood haar dan gebracht heeft. Het is een tijd stil. Dan zegt ze: ‘Ik geloof dat ik dat het beste kan samenvatten met dat ik nieuwe ogen gekregen heb.’ Ze vertelt dat ze sinds ze weet dat ze ziek is, zoveel intenser geniet van het leven, zelfs, of misschien wel júist van de meest dagelijkse dingen. ‘Ik besefte ineens hoe heerlijk het is dat ik voor mezelf kan zorgen. Dat ik voor mezelf kan koken, mezelf kan wassen. Ik voelde soms overweldigend veel dankbaarheid voor het huis waarin ik al zolang woon. Het huis dat me koestert en beschermt. Ik merkte ineens op wat het gesnater van eenden in het park in mij losmaakt. Ik volgde heel precies het uitlopen van het groen in het voorjaar. Ik zag hoe de regendruppels op het water vielen en dat ze zulke mooie kringen daarin maken. Ik zag allemaal dingen die er anders ook wel waren, maar die ik niet zo opmerkte, laat staan liet binnenkomen.’

Thuis blader ik in mijn citatenboekje. De woorden van deze mevrouw riepen iets bij me naar boven, maar ik kan er de vinger niet opleggen. Na enig speurwerk vind ik het. ‘De ware ontdekkingsreis bestaat niet uit het zoeken naar nieuwe landschappen, maar uit het hebben van nieuwe ogen.’ Een citaat van Marcel Proust. En ik herinner me dat toen ik het opschreef, ik dacht aan het moment dat ik terugkom van kampeervakantie. ‘O heerlijk, een tafel om aan te eten en een stóel om op te zitten!’ Even voelt dat als weldadige luxe. Dat is die stoel misschien altijd wel, maar ik zie het niet, want ik neem hem voor lief. Ik heb ‘nieuwe ogen’ nodig om het te zien.

‘Zie, ik maak alle dingen nieuw’, hoort Johannes in een visioen in het laatste bijbelboek. Deze woorden kreeg ik mee toen ik dertig jaar geleden belijdenis deed. Destijds verbond ik het met mijn hoop op een betere wereld, op het koninkrijk dat ooit zou aanbreken. Nu denk ik: nee, die woorden gaan niet over een verre toekomst, over ‘ooit’. Alle dingen nieuw maken ‘doet’ God niet door de búitenwereld te veranderen. Nee, ‘alle dingen nieuw’ is een gevolg van innerlijke groei en de nieuwe, zich telkens vernieuwende blik op de werkelijkheid die daar het gevolg van is.

Met het gesprek met de mevrouw in het hospice in mijn achterhoofd zie ik: ik neem mijn leven zo vaak voor lief. Ik neem mijn gezondheid, mijn lichamelijke kracht zo vaak voor lief. Ik neem mijn geliefde en mijn kinderen zo vaak voor lief. Maar hier en nu kan ik ervoor kiezen ze met nieuwe ogen te zien. Me erover te verwonderen dat ze er zijn, daar dankbaar voor te zijn. Weer nieuwsgierig te zijn naar de mensen die ik al zo lang ken. Ik kan ervoor kiezen me te laten vertederen door het gesnater van eenden en het uitlopen van het groen nauwgezet te volgen. En natuurlijk te genieten van de kringen die de regendruppels in het water van de vijver maken.

Wil je meer blogberichten lezen? Ga naar Blog: Parelduiken in de bijbel