Bij Marcus 5:40
De twaalfjarige dochter van Jaïrus is ernstig ziek. Jezus is in town en Jaïrus grijpt zijn kans. Hij vraagt Jezus om mee te komen om zijn dochter te genezen. Terwijl ze onderweg zijn naar zijn huis, sterft het meisje. Als Jezus daar aankomt, staan er al mensen luid te huilen en te weeklagen. Jezus stuurt ze weg, gaat naar binnen en wekt het kind op. Een verhaal waarover je veel kunt zeggen; vandaag focus ik op de weeklagers in de deuropening, die door Jezus worden weggestuurd. Nou ja, of ze precies in de deuropening staan, vertelt het verhaal niet, maar Jezus stuurt ze ‘naar buiten’. Sterker: hij drijft ze uit, zoals hij ook demonen uitdrijft. Ik zíe de weeklagers voor mijn geestesoog in de deuropening staan, omdat ze een blokkade vormen. Omdat ze de vrije in- en uitloop in de weg staan. Hier wordt iets heel belangrijks zichtbaar voor mensen hier en nu. Voor mensen die om iemand heen willen staan wiens leven op zijn kop staat.
Natuurlijk is het goed om naar iemand toe te gaan wiens leven een dramatische wending genomen heeft. Die groot verlies lijdt. Natuurlijk is het goed om die mens op te zoeken en op te blíjven zoeken. Maar wat ik in dit verhaal zie, is deze aansporing: doe het behoedzaam. Wees je ervan bewust welke gevolgen jouw houding heeft voor diegene om wie het gaat. Wie alleen maar kan jammeren om wat die ander is overkomen, sluit diegene bij wijze van spreken op in het verdriet, in de schok, in de slachtofferrol. Je wordt dan als die groep weeklagers in de deuropening. Je beperkt de mens over wie het gaat in zijn vrijheid. Jouw geweeklaag wordt zijn gevangenis.
Verdriet, schok, gemis – ze zijn niet statisch. Emoties bewegen door ons leven, door ons lichaam, door de tijd. Ze komen en ze gaan. De ene keer zijn ze heftig, de andere keer rustiger; de ene keer een golf, de andere keer een rimpeling. Het ene moment zijn ze hard en hoekig, het andere moment zacht en rond. Die ruimte moeten emoties ook kríjgen – om te bewegen, om zich te ontwikkelen. Maar als wij alleen maar ach en wee kunnen roepen bij iemand, dan belemmeren we de beweging, de ontwikkeling van de emoties. En zo beperk je de mens om wie het eigenlijk gaat. Diegene mag alleen maar rouwen. Alleen maar verdrietig zijn. Alleen maar zus of zo. Als je zó naar iemand toegaat, dan sluit je diegene op. Je drukt hem of haar in de slachtofferrol, en ontsnappen is niet mogelijk. Jezus stuurt deze weeklagers zonder pardon naar buiten. Geef de ruimte! Geef de vrijheid! Voor ons: volg het proces van de mens om wie het gaat. Vraag hem of haar: Hoe is het op dit moment met je? Hoe is het vandaag? Misschien heeft diegene een lichte dag of een goed moment en wil hij of zij dat graag vertellen.
Natuurlijk geldt dit ook voor de mensen die verlies geleden hebben zelf. Je kunt jezelf, je eigen proces, ongelooflijk in de weg zitten door jezelf te wentelen in je ellende en jezelf zo te beperken tot de slachtofferrol. Dan staat er bij jou inwendig bij wijze van spreken een groep weeklagers in de deuropening, die de vrije doorgang belemmeren. Die zul je moeten wegsturen. Of, sterker, uitdrijven.
Weeklagen in de deuropening. Het betekent hoe dan ook dat de aandacht gericht is op wat er aan de buitenkant, zichtbaar voor anderen én voor jezelf gebeurt. Het proces waar het werkelijk om gaat, gebeurt echter binnenskamers. Jezus neemt de vader en de moeder en de drie leerlingen die bij hem zijn, mee de kamer van het meisje binnen. En daar roept hij haar om op te staan. In het verborgene van het hart, in de diepten van de ziel – daar worden wonderen van genezing en opstanding bewerkt.