Wijn proeven

Bij Johannes 2:9

Aan de feestvreugde op de bruiloft in Kana dreigt een vroegtijdig einde te komen. De wijn raakt op. Jezus instrueert de bedienden de watervaten te vullen met water en er wat van naar de ceremoniemeester te brengen. De ceremoniemeester proeft het en roept de bruidegom. ‘Je hebt de goede wijn tot nu bewaard! Iedereen schenkt die eerst en als de mensen flink gedronken hebben, de mindere!’ Hij weet niet waar de wijn vandaan komt; de bedienden weten het wel, voegt Johannes nog even toe.

Eerlijk gezegd heb ik ook geen idee waar die wijn vandaan komt. Jezus doet niets, zegt niets speciaals, maakt geen bezwerende gebaren. Hij draagt de bedienden op de vaten te vullen met water en hij draagt ze op er iets van aan de ceremoniemeester te brengen. Verder niets. Een wonder, ja. Maar Jezus wil geen Victor Mids avant la lettre zijn.

Misschien zit hem ook niet de kneep bij het hoe van dit wonder. Dat zou onze blik richten op wat Jezus zegt en doet. Dan reduceren we het gebeuren tot iets buitenissigs van tweeduizend jaar geleden hier ver vandaan. Terwijl de bijbelverhalen iets zeggen over ons leven hier en nu. Over óns. Wij zouden ons op meerdere plekken in dit verhaal kunnen inleven, maar ik kies er nu voor één: die van de ceremoniemeester. Die doet twee dingen: hij proeft wijn en hij weet niet waar die vandaan komt.

Hij krijgt een beker aangeboden en hij proeft. Hoe vaak krijgen wij niet een beker aangeboden en zeggen: nee, bedankt, liever niet? Alles wat op onze weg komt, al onze levenservaringen – onze vreugde en ons verdriet – dat alles is een beker. En heel vaak aarzelen wij om die aan te nemen of zouden hem zelfs willen weigeren. Laat staan dat we proeven, echt goed proeven wat erin zit. Wie durft de inhoud van de beker van zijn leven echt tot zich te nemen, de geur diep op te snuiven en tot zich te laten doordringen, er een slok van te nemen en op de tong te houden om het goed te proeven? Alle smaken zich te laten ontwikkelen alvorens de slok door te slikken en te laten opnemen door je lichaam? En kunnen wij dan uiteindelijk zeggen: ja, dit was goed – zoals de ceremoniemeester van de wijn zegt? ‘Goed’ als: komende van de Goedheid zelf, van God? Alle levenservaringen die wij opdoen, de leuke en de minder leuke – aanvaarden als uit Gods hand ontvangen?

De ceremoniemeester proeft en herkent wat hij proeft als komende van God. Als wijn van het koninkrijk. En hij weet niet waar die vandaan komt, maar de bedienden weten het wel. Onttrokken aan het gezichtsveld van de ceremoniemeester hebben zij de vaten gevuld en een schep van de inhoud naar hem gebracht om te laten proeven. Vanuit het perspectief van de ceremoniemeester is dat in het verborgene gebeurd. Ondergronds. Wij weten vaak niet waar dat wat op ons pad komt, vandaan komt. In de onderstroom van ons bestaan verschuift iets, wordt iets in gang gezet, in beweging gebracht – en aan de oppervlakte nemen wij de resultaten daarvan waar. Maar wat en hoe precies? Wij verblijven in niet-weten. Wat er ook in ons leven gebeurt – het waarom, het waartoe blijft vaak een raadsel. Verborgen. Nogmaals: alle levenservaringen die wij opdoen, de leuke en de minder leuke – kunnen wij die aanvaarden als uit Gods hand ontvangen?

Wil je meer blogberichten lezen? Ga naar Blog: Parelduiken in de bijbel