Ik ben de waarheid

Bij Johannes 14:6

‘Ik ben de Waarheid.’ Het woord ‘pretentieus’ komt eerlijk gezegd als eerste bij mij op bij deze uitspraak van Jezus. Wie durft dat nou over zichzelf te zeggen? Je leest het goed: ook deze ‘Ik ben’-uitspraak kan rekenen op mijn weerstand! En ook deze keer maan ik mezelf een flinke stap achteruit te doen en de boel eens even van een afstandje te bekijken.

Ik kijk maar eens goed naar het woord ‘waarheid’. Dat is in het Grieks, de taal van Johannes, a-lèteia. Dat streepje staat er niet voor niets, want het voorvoegsel a- is een ontkenning. Zoals in het Nederlands: on-zinnig. Dat roept meteen de vraag op: wat is lèteia? Wel, dat heeft te maken met verborgen zijn, niet zichtbaar zijn, verhuld zijn. Of, om in beelden te spreken: versluierd zijn.

Wij nemen de werkelijkheid waar door een sluier. Jezus zegt: ‘Ik ben de Waarheid.’ Wie als het ware door Jezus’ bril naar de werkelijkheid kijkt, ziet die zoals die onverhuld is. Hij neemt de sluier die voor onze ogen hangt, weg.

Het kan heel helpend zijn om vanuit Jezus’ perspectief te kijken – met name in moeilijke situaties. Dat heb ik geleerd van, als ik het me goed herinner, Anthony de Mello. Ik heb bijvoorbeeld een moeizaam gesprek gehad met iemand. Dat blijft maar dwarszitten. Dan vind ik die ander maar naar en kinderachtig. Of erger. Behalve dat ik die ander daar geen recht mee doe, heb ik er zelf last van. Want het zet zich in mij vast, die negativiteit. Het beperkt me en het vertroebelt mijn blik.

Zodra ik dat bemerk, doe ik het volgende. Ik ga in gedachten terug naar dat gesprek. Ik zie mezelf zitten, mijn gesprekspartner. Ik zie de ruimte waarin we ons bevinden. Ik voel de irritatie en benauwing al opkomen! En dan zet ik Jezus erbij. Hij bemoeit zich er niet mee, ik zet Hem er alleen maar bij. En dan probeer ik door zijn ogen naar deze situatie te kijken.

Alsof er inderdaad een sluier wordt weggetrokken. Zo voelt het. Het lastige gedrag van die ander kan ik ineens zien voor wat het is: een reactie vanuit onzekerheid, pijn van een oude wond, een vraag om liefde. Mijn eigen irritatie en gekwetstheid kan ik waarnemen voor wat het is: een reactie uit onzekerheid, pijn van een oude wond, een vraag om liefde. En om mijn lippen speelt een glimlach, een milde glimlach. Om die twee mensenkinderen die zichzelf ervaren als zó anders dan de ander, maar die diep van binnen zó gelijk zijn.

Wil je meer blogberichten lezen? Ga naar Blog: Parelduiken in de bijbel