Breken

Bij Lukas 22:19

Als gastvoorganger tref je het niet vaak, maar in een klein dorpje in Zuid-Beveland mocht ik avondmaal vieren. Een van de diakenen nam me voor de dienst apart. ‘Ik wil u even waarschuwen dat het brood niet erg meegeeft. U moet straks best kracht zetten om het te breken.’ In mijn naïviteit dacht ik dat het wel zou meevallen, maar de diaken had gelijk. Het brood was diep ingesneden, daar lag het niet aan. Maar de korst wilde niet gescheurd worden. Het werd een hele worsteling, maar uiteindelijk is het me gelukt om het tamelijk waardig te doen.

Het voorval herinnerde me aan een boekje van Henri Nouwen: Een parel in Gods ogen. Daarin schrijft Nouwen over het mensenleven als over het avondmaalsbrood. Een mensenleven wordt genomen, gezegend, gebroken en gedeeld. En bij dat breken zit de worsteling. Want mensen zijn geneigd om pijn en lijden zoveel mogelijk te omzeilen of te negeren. We kijken er liever van weg – ook van onze eigen gebrokenheid. Maar genezing en heling beginnen bij het onder ogen zien van de pijn. We moeten juist naar de pijn toe in plaats van ervoor terug te deinzen. Je kunt alleen iets met de gebrokenheid uitrichten als het eerst van jou wordt. Als je er niet voor wegloopt, maar het accepteert als iets dat bij jou hoort. Om het vroom te zeggen: je moet je kruis opnemen.

De weg van een mens is de weg van het avondmaalsbrood. Zo lastig als het brood zich destijds door mij breken liet, zoveel weerstand is er om het eigen lijden te aanvaarden en in je leven op te nemen. Maar volgens Nouwen zit precies daar de roeping van de mens. Want ‘het grote geheim van het leven van geliefde kinderen van God is dat alles wat zij doormaken – blijdschap of verdriet, vreugde of pijn, gezondheid of ziekte – een stap kan zijn op weg naar onze volledige menswording’.

Wil je meer blogberichten lezen? Ga naar Blog: Parelduiken in de bijbel